Het water heeft het leven op aarde mogelijk gemaakt. Water is één van de belangrijkste componenten van dierlijke en plantaardige organismen en zelfs wij mensen bestaan voor 70 procent uit water . Water kan veel meer: Het beïnvloedt het klimaat, maakt het aardoppervlak en zijn kracht kan worden gebruikt voor energie, hetzij door gebruik te maken van een hoogteverschil hetzij door gebruik te maken van de stroomsnelheid van water. Men spreekt ook van wel van witte steenkool. Ook zit er veel energie in de golven van de oceanen zg. golfslagenergie. Eb envloed verschillen kunnen groot zijn in bepaalde delen van de wereld, deze energie wordt ook wel getijdenenergie genoemd. Tegenwoordig wordt ook gekeken naar de oceaan als opslag van zonnewarmte. Ook worden proeven gedaan met verschil in zoutconcentratie’s van het water. De energie die hier mee gemaakt wordt noemt men blauwe energie. De grootste hydro-elektrische centrale in de wereld ligt in Brazilië. Europa gebruikt slechts een derde van het potentieel aan waterkracht die beschikbaar is. Noorwegen staat aan de top wat waterenergie betreft. In dat land wordt bijna 100% van de elektriciteit uit waterkracht opgewekt.
Waterkracht als energiebron in de geschiedenis
De waterkringloop op aarde is de oorzaak van het ontstaan van waterkracht. De zon warmt het water in de zee op waarna het verdampt. Boven land stijgt de vochtige lucht op en worden er wolken gevormd. Dit komt als neerslag weer naar beneden. Door rivieren onder invloed van het hoogteverschil stroomt het water weer terug naar zee. Het benutten van waterkracht kent een lange geschiedenis. In de 2e eeuw voor Christus werd waterkracht al veelvuldig ingezet voor het mechanisch bewerken van allerlei grondstoffen, zoals graan en hout. De energie van water werd omgezet met waterwielen. Bij deze waterwielen wordt het hoogteverschil, ook wel ‘verval’ genoemd, van het water direct omgezet in een draaiende beweging van het wiel. Bij deze waterwielen wordt het verval van een waterstroom direct omgezet in een draaiende beweging van het wiel. Hieruit ontstond later het waterwiel van ‘Poncelot’. Dit waterwiel maakte gebruik van de valhoogte (potentiële energie) en de snelheid van het water (kinetische energie). Men maakte gebruik van een aanstroomkanaal waardoor het water met grote snelheid tegen het waterwiel aan spoot Het wiel van Poncelot is in feite de voorloper van de zogenaamde moderne ‘impuls’-waterturbine. Zo’n waterturbine wordt gebruikt in een moderne waterkrachtcentrale waarbij een groot verval wordt omgezet in hoge watersnelheden